In gesprek met…. Kees en Marcel
Kees en Marcel komen in hun rol als inspecteur en 3D scanner regelmatig bij mensen over de vloer. Hoe is dat in een samenleving waarin 1,5 meter inmiddels de norm is?
Marcel vindt het nog steeds net zo leuk dan anders, maar het vergt wel meer energie. Zeker wanneer een woning niet heel groot is, sta je toch snel schouder aan schouder. Hij is vaak bij bouwkundige opnames aanwezig om het gebouw in te meten met een 3D scanner. Die scan gebruiken we om een 3D model van het gebouw te maken dat als basis dient voor de adviezen die we geven. Hij zegt: “mensen zijn vaak nieuwsgierig wat ik aan het doen ben en komen dan bij me staan om mee te kijken. Alleen maar leuk, ik maak me meer zorgen wanneer ik in de supermarkt loop.”
Goede afspraken maken
Kees heeft dezelfde ervaring: “zeker in een klein huis is het niet heel makkelijk om afstand te houden, maar we zijn zorgvuldig. We vragen mensen van tevoren hoe ze zich voelen en vragen aandacht voor het bewaren van afstand. Gaat prima.” Laatst waren ze te gast bij een meneer van zeventig. Normaliter zouden ze daar niet naartoe gaan vanwege zijn hoge leeftijd, maar hij was erg gebaat bij een inspectie van zijn woning. De bewonersbegeleider had van tevoren goed met hem afgestemd hoe te handelen en dat ging heel goed. Wanneer onze inspecteurs in een ruimte waren, was hij daar niet. Gelukkig woonde hij in een ruime boerderij. Dat maakte het makkelijk. In een rijtjeshuis kan dat niet altijd.
Liever op kantoor
Voor Kees en Marcel is het werk niet heel erg verandert. Ze zijn veel op pad en doen de voorbereiding vanuit huis, of af en toe vanaf kantoor. Wat ze missen is de interactie met collega’s. Kees zegt: “als ik een opname voorbereid, spar ik normaal veel met mijn collega’s hoe het aan te pakken. Dat is, nu we allemaal verspreidt zitten, veel lastiger. Beeldbellen werkt prima, maar niet als je drie tekeningen en nog andere documenten naast elkaar wilt kunnen leggen.”
Voor Marcel is het vooral de snelheid van het internet die hem geregeld naar kantoor brengt: “de scans zijn zware bestanden. Op kantoor gaat het overzetten in een map veel sneller dan thuis.” Ook Marcel mist de interactie met zijn collega’s. Het is voor beide heren volstrekt duidelijk dat als we weer allemaal op kantoor kunnen werken, ze dat dan ook het liefste doen. Dat is leuker en gezelliger, maar bovenal kunnen ze samen met hun collega’s hun werk beter doen dan alleen.